6 April 1911
25.
bonboek en het dagstempel bij zich te hebben en
voorzien te zijn van voldoend wisselgeld, opdat de
tolplichtigen zoo min mogelijk worden opgehouden.
Zij zijn verplicht telkens wanneer Burgemeester en
Wethouders dit vorderen voor hen te verschijnen en
alle mondelinge en schriftelijke inlichtingen aangaan-
de de zaken, die hun werkkring be-treffen, te geven.
Art. 11.
Deze instructie kan ten allen tijde door den Raad
worden aangevuld en gewijzigd.
Zij treedt morgen in werking.
Bij de in werking treding vervalt de ,,lnstructie voor
den Tolgaarder op den Binnenweg" vastges'eld den
23 Juni 1852.
Bij art. 1, waarin o.a. staat. dat de bezoldiging door
den Raad wordt geregeld, deelt spreker mede, dat vol-
gens de gemeente-begrooting voor 1911 aan de tolgaar
ders wordt loegekend een bezoldiging van f6 per
week met 2 pCt. der geinde tolgelden.
De tolgaarder aan de Koediefslaan heeft ook vrij
wonen. Daar aan de Camplaan de gemeente geen
woning heeft, is gevraagd aan de bewoners van per-
ceelen aan de Zuidzijde van die laan, te willen opge-
ven of zij als tolgaarder zouden willen optreden. Voor
het gemis aan vrije woning zou dan een vergoeding
kunnen worden gegeven.
Spreker herinnert er aan, dat vroeger de huurwaar-
de van het tolhuis aan de Koediefslaan op f 1.50 per
week is geschat, toen besproken is de ontslagname
als tolgaardster van Mej. E. M. Timmer; deze zou krij-