1 Juni 1911
9
De heer Dr. Droog merkt op, dat de vereeniging
nu het gevraagde bedrag noodig heeft, komt ze een vol-
gend jaar weer, dan kan men de subsidie verlagen.
De Voorzitter zegt ook, dat eene vergelijking moeiehjk
opgaat, omdat we alleen weten wat hier gedaan wordt.
Geeft de gemeente een subsidie, dan meent spreker,
behoort dit het gevraagde bedrag te zijn. Spreker
blijft er echter in beginse! tegen.
De heer Honig merkt op, dat er voor dekking van
het tekort een andere weg is, dien ook Burgemees-
ter en Wethouders aangeven, laat getracht worden
meer steun te krijgen van particulieren, daar iedereen
het over de nuttigheid der vereeniging eens is de
vraag is, of hetgeen Burgemeester en Wethouders
raden, voor de vereeniging nict vee! beter is spre-
ker vindt het geven van eene subsidie uit de ge-
meentekas een gevaarlijk standpunt, zelf zou hij wel
wat willen bijdragen.
De heer Dr. Droog zegt, dat er al vele pogingen
jn het werk zijn gesteld om de inkomsten te verhoo-
gen, alleen door heel veel werken is het resultaat
verkregen dat de jaarlijksche bijdragen zijn verhoogd,
doch de inkomsten bedragen nog geen f 100 per
jaar.
De heer Honig merkt op, dat men hem nooit heeît
gevraagd.
De Voorzitter zegt dat ook hem nooit is gevraagd,
mogelijk is hiertegen bezwaar, omdat de Vereeniging
alleen voor Katholieken is, hij zelf zou er geen be-
zwaar in zien eene bijdrage te geven.
De heer Dr. Droog zegt niet te weten, of het een
bezwaar is eene gift van andersdenkenden aan te ne-
men, hij meent van niet.
De heer Honig merkt nogmaals op, dat het geven
van subsidie tot allerlei moeielijkheden aanleiding zal
geven.