22 Augustus 1911
5
5. Onder den^bouw van villa's en woningen in voor-
waarde^. 4 vgenoemd, worden mede begrepen stallen
en andere gebouwen, die tot de aanhoorigheden van
het hoofdgebouw kunnen gerekend worden;
6. dat de voorgevels van de op onder 4 bedoelde
terreinen te stichten gebouwen, minstens vier meter
van de rooiingslijn verwijderd blijven, behalve bij de
Zuiderhoutlaan, waar de afstand minstens vijf meter
moet ^^dragen en dat de voorgevels van de op on-
der f> bedoelde terreinen te stichten gebouwen mins-
tens drie meter van de rooiingslijn verwijderd blijven,
zullende Burgemeester en Wethouders in bijzondere
gevallen voor het bouwen aan bepaalde straten, be-
halve voor de Zuiderhoutlaan. en voor het bouwen
van huizen op perceelen gelegen op hoeken van stra-
len afwijkingen van ten hoogsîe een Meter, van deze
bepalingen mogen toestaan, vvanneer die eene goede
exploitatie niet in den weg staan
dat de teekeningen van de langs de grenzen der
straten te maken hekken aan de goedkeuring van Bur-
gemeester en Wethouders worden onderworpen
8 dat zonder vergunning van den Raad op de voor
bouwgrond bestemde terreinen geene inrichîingen wor-
den opgericht als bedoeld in artikel 1 der Hinderwet;
9. de kruinshoogte der straten zal ten minste 0.55
M. boven A.P. moeten zijn, zullende de noodige op-
hooging moeten geschieden met materiaal ten genoe-
gen van Burgemeester en Wethouders wanneer door
aanleg van eene straat een gedeelte van eene sloot
wordt gedempt, waardoor de doorstrooming wordt be-
lemmerd, moet worden gezorgd, dat de afwatering ter
plaatse voldoende is, ten genoegen van Burgemees
ter en Wethouders
10. de straten zullen worden aangelegd met rijstraat
en trottoirs overeenkomstig de breedten aangegeven
°P de hij dit besluit behoorende teekening