22 Augustus 1911.
5
De Voorzitter deelt mede, dat deze begrooting in
hoofdzaak dient om de buitengewone ontvangsten be-
grepen in het saldo van den vorigen dienst op de
begrooting dienst 1911 over te brengen.
Deze begrooting is door de Financieele Commissie
onderzocht.
De Voorzitter dier Commissie stelt voor haar goed
te keuren in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van
f 58940.04.
De Voorzitter vraagt, of men nog algemeene be-
schouwingen wenscht te houden, of de begrooting
post voor post wenscht te behandelen.
De heer Honig merkt op, dat het saldo der reke-
ning over 1910 door deze begrooting al aardig is in-
gekrompen, een bedrag vanf 49703.17 klinkt zoo mooi
maar nu blijft er nog maar f 6875.63 over.
De Voorzitter wil de heeren opmerkzaam maken,
dat door vaststelling dezer begrooting verschillende
zaken worden geregeld en noemt de brandweerreor-
ganisatie, de stichting van de ziekenbarak met bijko-
mende werken op het terrein aan de Molenwerfslaan,
het herstellen van de brug over de Leidsche Vaart,
in de Zandvoortsche laan en het maken van een vaart
van het Zuider-Buiten-Spaarne naar het terrein van
den reinigingsdienst.
Dit laatste werk kan nu uitgevoerd worden, omdat
het afgedamd gedeelte van het Zuider-Buiten-Spaarne
door erfpacht in gebruik bij de gemeente is gekomen.
Het is tevens gewenscht, dewijl de pacht van den
reinigingsdienst met 1 Januari afloopt, dat de vaart
voor dien tijd in orde kan zijn, de nieuwe pachter zal
z'n pachtsom daarnaar kunnen regelen, voorts wordt
bij die begrooting voorgesteld het aanschaffen van een
wegrol, van waterpasinstrumenten en het uitdiepender
Crayenestervaart, welke de gemeente thans verplicht
is te onderhouden en die volgens onderzoek op ver-
schillende plaatsen zeer ondiep is.