S October 1911
9.
De stichtingen op de industrie-terreinen zouden als
vervoermiddelen gebruik maken van den waterweg
van 't Spaarne en -van de trambanen in Noordelijke
en Oostelijke richting.
Proîiel der straten en wegen.
Bij het vaststellen van de breedte, die aan de ver-
keerswegen dient te worden gegeven, kan als mini-
mum worden aangehouden de breedte van 12 M. die
door de Bouwverordening der Gemeente Heemstede
is voorgeschreven. Die geldt dus ook voor de minst
belangrijke straten en lanen, waardoor betrekkelijk
weinig verkeer plaats vindt.
In verhouding tot het belang voor het verkeer op
grooten afstand, zijn de volgende breedten vastgesteld,
die ook door schematische doorsnede aan den onder-
rand van het ontwerp nader worden toegelicht.
Eene breedte van 16 M. is dan gehouden voor de
wegen en straten, die te beschouwen zijn als de ver-
zamelkanalen der eerstgenoemde 12 M. straten. Ter-
wijl eene breedte van 24 M. voor de gewone hoofd-
wegen is gesteld, die in aanmerking komen voor ge-
woon tramverkeer, en eindelijk 32 M. voor de Heem-
stederdreef, en voor den Heerenweg, die bestemd zijn
als de meest belangrijke verkeersaders dienst te doen.
Er dient op te worden gewezen, dat deze ruime af-
metingen vooral ons de verzekering moeten verschaf-
fen, dat het thans vast te stellen uitbreidingsplan voor
eeuwen aan de behoefte zal kunnen voldoen. Ook in
ons land zijn voorbeelden, die ons bewijzen, welk
groot genot het nageslacht van zulk een aanleg kan
hebben.
De heer van Heemstede had in de 17e eeuw de
Camplaan aangelegd op 30 M. Door uitgifte in (erf-
pacht) der bermen werd deze aanleg later bedorven
heiaas.
De aanleg van Zeist is zeer bevorderiijk geweset