5 October 1911. 12 De Voorzitter brengt daarna in behandeling het voor- stel om Burgemeester en Wethouders te machtigen den paardensta! te vergrooten en een afdak voor de wagens te doen maken. De heer Höcker vertrouwt, dat er geen ijzeren, doch hardsteenen kribben voor de paarden zullen worden gemaakt. De Voorzitter zegt dat de bedoeling is het nieuwe gedeelte van den stal op dezelfde wijze in te richten als het bestaande. De heer Tromp vraagt, of de aanbesteding niet zoo an geschieden, dat zoovee! mogelijk de ingezetenen gemeente worden bevoordeeld en het werk alleen aan hen wordt gegund. De Voorzitter zegt, dat het dan niet bij openbare aanbesteding kan geschieden, doch het eene onder- handsche aanbesteding zou worden, waarvoor machti- ging van Ged, Staten noodig is, die wel bezwaar zul- make" bij zulk werk tegen het uitsiuiten van niet- ingezetenen; als zulk beginsel ook elders werd toege- past, dan zouden daar de Heemsteders weer worden uitgesloten. De heer Tromp merkt op, dat de eigen belangen toch het naast aan het hart liggen. De Voorzitter deelt mede, dat het wel meer is ge- beurd, bij den bouw van Gasfabriek en Waterleiding dat als voorwaarde werd gesteld, dat zooveel mogelijk arbeidskrachten uit Heemstede aan het werk moesten worden gezet, doch voor dit kleinere werk kan een Haarlemsche aannemer, die komt met eigen volk, moeielijk aan dergelijke bepaling worden ge- bonden. De heer Tromp zou dan opgenomen willen zien, in de voorwaarden van aanbesteding, dat als een aan- nemer met voldoende eigen volk heeft, hij dit zoo- veel mogelijk in Heemstede zal moeten zoeken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1911 | | pagina 12