5 October 1911.
32
II. B„rgemces|„ en Welhouders wenschen nan, aan-
Vergoeding leid'"g daarvan twee voorstellen te doen en wel
schade ver- 1 om de schade toegebracht aan de eigendommen
oorzaakt van verschillende menschen te vergoeden
door ge- J- om reeds le beslnilen eenige boomen ,an
meenteboo- ae 'Voediefslaan te doen rooien
n,M' hebhenm««he„. die schade
gcleden, m rechten geen vergoeding van de
gëmeente zouden kunnen vorderen, daar zij het op
grond van de wet n.et kunnen eischen. Toch aehten
urgemeester en Wethouders het billijk, dat de scba-
de wordt vergoed. In t belang van het algemeen plant
e gemeenle boomen, zij verhoogen de schoonheid
egen, alle gemeentenaren genieten daarvan of
kunnen daarvan genieten, daarom is het billijk, dat de
gemeenschap de schade, door die boomen aan enke-
lngezetenen toegebracht, vergoedt.
Door de omgewaaide boomen zijn verschillende
perceelen beschadigd, het eene wat meer als het an-
ere, van wie d,e perceelen zijn doet er niet toe, het
«oor"ll„""Mn kWeS'ie VS" "eginSd' da' is
Indertijd, bij de bekende ijzel in hef begin van 190S
waren door een afgebroken tak eenige ruiten gebro-
ken ook toen bestond er geen verplichting om de
schade te vergoeden en is dit op gronden van billijk-
he.d geschied, waarbij uitdrukkelijk is verklaard, dat
Seiyeen!e daardoor geen verplichting op zich nam
om dat în t vervolg altijd te doen.
Nu zou men misschien kunnen tegenwerpen, dat
e gemeente er voor moet zorgen, dat de schadelij-
00nien met blijven staan, doch in dit geval be-
roepen Burgemeester en Wethouders zich op het Rap-
port omtrent de beplanting van September 1910 van
de Nederlandsche Heide Maatschappij, waarin omlrent
bo°men aan de Koediefslaan vermeld staat„dat