De V r6' Va" Z'" Pl3atS ka" W°rden &etr°kken
\°r2,tter meent- dat de aannemer, indien hij
een andere soort wagen wilde, daarop bij zijn aan-
vraag wel zou hebben gewezen.
5 October 1911.
8
Hi h\eer"°Cker ZCgt' dat 2e in Haarlem ook van
die bakken hebben als hier en ze daar schotjes op de
kanten plaatsen, om er zoo meer op te kunnen laden
omdat bl.jkt, dat de paarden er geen vracht aan heb'
Spreker vindt dat rommelwerk.
De Voorzitter meent, dat het trekken van eene wat
zwaardere vracht met de tegenwoordige paarden wel
zou gaan maar men moet ze toch ook niet te veel
rekken' waar°P de heer Höcker opmerkt, dat
doen Z°0Veel kunnen trel<ken, als ze thans
De heer Van der Weiden vraagt, of een vierwielige
wagen Iichter rijdt dan een driewielige kar
De Voorzitter Zegl gaa,„e hel idée va„ de„ heer
Wickevoort Crommelin te willen weten
De heer Va„ Wickevoort C,„mmeli„ zegt, dat zii„
dieeerSard"nS den ma"
de, Lindén V>"
schlHen^'drd5'' "'S vlerwiclig«»ag="
chaffen, dat d.e wagen altijd onder het afdak zal
gebruikt. dTi™MiS' Wa^ens -"e" worden
zel^er îeTÎh'h *ebn,ikt WOrden' 2'ïn
zeker het dubbele m gewicht en kracht vergeleken
bij de paarden h.er in gebruik. In Haarlem rijden de
wagens altijd op de steenen en keien en wordt de
vu.lms over de keien naar een overdekten put gere
n. preker vreest, dat hier de vierwielige wagen
twee n ^h" WCg afraakt> niet door
De Heer Höcker zegt, dat de aannemer indertijd