5 October 1911.
9
zelf ook heeft beweerd, dat dit soort kar zwaar loopt
en daarover genoeg heeft gemopperd, maar nu geraakt
hij er aan gewend. Spreker blijft bij zijn voorstel om
een ander soort wagen aan te schaffen nl. een van het
soort, dat van onderen lost of achterover slaat bij het
lossen, zooals ze in Amsterdam in gebruik zijn.
De Voorzitter formuleert nu het voorstel van den
heer Höcker met diens goedvinden zoo, dat aan Bur-
gemeester en Wethouders zal worden opgedragen te
onderzoeken of het gewenscht is in plaats van een
driewieligen er een van een ander model aan te schaf-
fen en dan daarover advies uit te brengen, waarop
dit voorstel voldoende wordt ondersteund.
De heer Van Wickevoort Crommelin zegt, dat een
ieder wel voor een nader onderzoek zal zijn, er zou
iets beters kunnen worden gevonden, doch spreker
betwijfelt dit zeer.
De heer van Houten merkt op, dat het weer langer
duurt, voor de wagen er is als we de zaak nu aan-
houden.
De heer Van Wickevoort Crommelin zegt, dat daar
niets tegen is, als we daardoor een beteren wagen
krijgen, dat moeten we er maar op wagen.
De heer Honig stelt voor na het onderzoek de be-
slissing maar geheel aan Burgemeester en Wethou-
ders over te Iaten, die beslissen wel meer over be-
trekkelijk belangrijke zaken. Ook dit voorstel wordt
voldoende ondersteund.
De Voorzitter meent er op te moeten wijzen, dat
een andere wagen vrij wat meer zal kosten.
De heer Höcker antwoordt dat deze driewielige
wagen reeds f 365,kost en de kosten van een
anderen waarschijnlijk slechts 1/3 meer zullen zijn.
De heer van Meeuwen zegt dat, als een andere
wagen iets meer moet kosten, het gewenscht zal zijn
Burgemeester en Wethouders volmacht te geven toch