Geldleening.
14 December 1911.
De Raad der Gemeente Heemstede
Gelet op volgnummer 37 der gemeente-begrooting
voor 1911, waarbij op de gronden in de memorie van
toelichting bij dat volgnummer aangegeven is geraamd
een bedrag van totaal f 12000 als geldleening ten be-
hoeve van de Gasfabriek en de Waterleiding
Overwegende, dat ten behoeve van de bedoelde uitbrei-
dingen voor de Gasfabriek slechts noodig is f 3550 en
ten behoeve van de bedoelde uitbreidingen voor de
Waterleiding slechts f 2000 derhalve in totaal f 5550;
Overwegende echter. dat voor kosten van aanleg
van de Waterleiding nog benoodigd is f 2000, voor
uitbreiding van den Reinigingsdienst f 1650 en voor
reorganisatie der Brandweer in verband met den aan-
leg der Duinwaterleiding nog f 800
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethou-
ders en van de Financieele Commissie
Gelet op de artt. 136 en 194 der Gemeentewet
BESLUIT
Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het
aangaan van eene geldleening ten laste der gemeente
Heemstede tot een bedrag van TIEN DUIZEND GUL-
DEN (nominaal kapitaal), wanneer het geld tegen of bo-
ven parikoers wordt opgenomen en van TIEN DUI-
ZEND VIJFHONDERD GULDEN nominaal kapitaal
wanneer het geld beneden parikoers wordt opgeno-
men tegen eene rente van ten hoogste vier en een
half pCt. per jaar en verder op den grondslag van de
volgende bepalingen
1. de gelden zullen opgenomen worden zooveel
mogelijk naar gelang deze benoodigd zullen zijn op
door Burgemeester en Wethouders in overleg met
den geldschieter vast te stellen data;
2. van de geleende hoofdsom zal op nader door
Burgemeester en Wethouders in overleg met den geld-
schieter vast te stellen datum afgelost worden in eik