14 December 1911
3.
het laatste lid niemand voor eene benoeming tot li
der Commissie mag bedanken, soreker zou daaraan
willen toevoegen „tenzij men 3 jaar l.d der Commis
sie is geweest", het is redelijk dat men dan eens mag
bedanken.
De heer Van der Eijken vraagt, of dat geen geld.ge
reden is, waarop de heer Dr Droog opmerkt, dat
daarover indertijd ook is gesproken en het toen geen
geldige reden werd genoemd, omdat het al d.en tijd
mët het benoemde lid juist zoo goed ging.
De heer Mr. Van Tienhoven zegt, dat zeker bedoe.
wordt, dat men niet voor volgende jaren weer be-
noemd wordt, waarop de Voorzitter opmerkt. dat er
dan, behoudens wijziging in de leden van den Raad.
ten slotte geen leden meer zouden overblijven om
benoemd te worden.
Na bespreking van de juiste redactie voor de be-
doeling van den heer Dr. Droog stelt de Voorz.tter
voor aan het artikel toe te voegen: tenzij hij de dr.e
aan het bedanken voorafgaande achtereenvolgende
jaren reeds lid der Commissie is geweest hetgeen
zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd.
Art 1 aldus aangevuld en de artt. 2 tot en met o
worden daarop zonder hoofdelijke stemming vastge-
St Bti art 6 vraagt de heer Honig, of schriftelijk ad-
vies iets nieuws is, waarop de Voorzitter toestemmend
antwoordt enmededeelt.dat daarom vroeger wel eens
is gevraagd. Het is voor eene goede behandeling wel
gewenscht de opmerkingen kunnen dan bij Burge-
meester en Wethouders eerst worden behandeld, waar-
door een juist antwoord op de vragen kan worden
geDeVe.Conimissie krijgt daarvoor een Secretaris, d.e
kan opschrijven, wat de Commissie wenscht.
De heer Honig merkt op, dat dit adv.es moet wor.