x/
7
2
het toelatingsjaar den leeftijd van 6 jaren hebben
bereikt en niet ouder zijn dan 14 jaar, terwijl zij, die van
het herhalingsonderwijs wenschen gebruik te maken,
het gewoon lager onderwijs moeten genoten hebben.
Art. 5.
Op voordracht van het hoofd der school kunnen
ook tusschentijds, wanneer plaatsruimte beschikbaar
is, kinderen, die aan de bepalingen van art. 4 voldoen,
worden toegelaten.
Art. 6.
Het hoofd der school maakt van de in art. 3 be-
doelde aangiften voor de dagschool eene lijst op, welke
door hem vdör den 20sten der maand April aan Burge-
meester en Wethouders wordt ingezonden.
In deze lijst brengt hij advies uit omtrent de toe-
lating en omtrent het te betalen schoolgeld.
Yan de in art. 3 bedoelde aangiften voor het her-
haiingsonderwijs wordt door hem vöör den 3den der
maand October gelijke lijst aan Burgemeester en
Wethouders ingezonden.
Art. 7.
Het besluit op de aanvragen tot toelating op de
scholen en omtrent het te betalen schoolgeld wordt
door Burgemeester en Wethouders tijdig ter kennis
gebracht van het hoofd der school en van de ouders,
voogden of verzorgers der kinderen.
HOOFDSTUK II.
Van de onderwijzers in het algemeen.
Art. 8.
De onderwijzers staan bij het geven van onderwijs
onder de leiding van het hoofd der school.
vnnll/
■Al
31EüSwï
h i ii i