g 3 Zij zijn aan hem ondergeschikt en rnoeten zijne wenken en voorschriften opvolgen. Zij verleenen hem alle hulp, die in het belang van het onderwijs wordt gevorderd. De onderwijzer of de onderwijzeres, door het hoofd der school aan te wijzen, is verplicht bij het school- blijven en bij het zoogenaamd overblijven van leerlingen tusschen 12 en 2 uren toezicht te houden en te zorgen, dat die leerlingen zonder toestemming van hunne ouders of verzorgers het gebouw of het daarbij behoorende terrein niet veriaten. Het toezicht houden op de overblijvers zal door het hoofd der school zooveel mogelijk gelijkelijk over het andere personeel verdeeld worden. Art. 9. De onderwijzers moeten een kwartier vöör den aanvang van elken schooltijd in hunne klasse tegen- woordig zijn en zorg dragen, dat bij den aanvang het noodige is verricht, om zich uitsluitend met het geven van onderwijs te kunnen bezighouden. Art. 10- Een kwartier vôör den aanvang van elken schooltijd worden de leerlingen in de gang der school toegelaten. Art. 11. Een kwartier na den aanvang van elken schooltijd worden in den regel geen kinderen meer in de school toegelaten. Alleen wie uit den aard hunner betrekking gerechtigd zijn tot het bezoeken der school, mogen dan toegelaten worden. 1 t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 15