/j l
6
hetgeen ten behoeve van het onderwijs in denuttige
handwerken voor meisjes benoodigd is voordatkwar-
taal, benevens van het bedrag der kosten.
Art. 19.
De onderwijzers bevorderen het schoolgaan en nemen
gepaste maatregelenom de kinderen te gewennen
trouw de school te bezoekenen alleen in gevallen
van zeer dringende noodzakelijkheid te verzuimen.
Art. 20.
Zij mogen geene leerlingen voor huishoudelijke
diensten gebruiken en geene geschenken van de leer-
lingen of van de ouders, voogden of verzorgers van
deze aannemen.
Art. 21.
Zij geven ook acht op het gedrag der leerlingen
buiten de schooltijden, ten einde door vermaningen
wangedrag tegen te gaan.
Zij handelen in deze, zoo noodig, in overleg met
de ouders.
Art. 22.
De onderwijzers zijn verplicht tot het geven van
herhalingsonderwijs, tegen de vastgestelde vergoeding.
Art. 23.
Mondelinge klachten van ouders, in tegenwoordig-
heid van kinderen, worden door de onderwijzers op
gepaste wijze zooveel mogelijk voorkomen.
Art. 24.
De onderwijzers mogen, zonder toestemming van
het hoofd der school, niet van de school afwezig
blijven.