âx tf'2^ 10 der klasse of afdeelingen gedurende elk schooluur, in overeenstemming met het leerplan. In de school moet voorhanden zijn: 1°. het leerplan; 2°. een door hem op te maken en geregeld bij te werken inventaris van alle materialen, schoolmeubelen schoolboeken, leermiddelen, schoolbehoeften en andere voorwerpen, tot de school behoorende. Art. 33. Kinderen, die lijden aan mazelen. kinkhoest, oog- ziekten, hoofdzeer of aan anderen huiduitslag, mogen niet toegelaten worden tot de school, tenzij met overlegging van eene schriftelijke verklaring van een geneeskundige, waaruit blijkt, dat het ziektegeval of verschijnsel geen gevaar voor besmetting oplevert. Ook mogen niet tot de school worden toegelaten kinderenlijdende aan eene kwaal, die in belangrijke mate storend kan werken op het aan andere leerlingen te geven onderwijs. Voor de naleving van dit verbod is het hoofd der school verantwoordelijk. Art. 34. Bij het ontstaan van brand in of nabij de school, buiten de diensturen, begeeft het hoofd der school of diens vervanger zich onmiddellijk naar het school- gebouw, orn aldaar zijne diensten te verleenen. Ontstaat brand tijdens de schooltijden, dan draagt hij zorg, dat het gebouw door de leerlingen ordelijk worde verlaten. Buitendeuren mogen tijdensdeschool- tijden niet op slot zijn. Dit artikel is ook van toepassing opde onderwijzers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 22