14 Dcccmbcr 1QH. 5 Art. 7. (1). Om voor de eerste maal als vast werkman te kunnen worden aangesteld, moet men tenminste in 52 weken in dienst van de Gemeente zijn werkzaam ge- weest hetzij als voorloopig aangesteld werkman, hetzij als jeugdig of los werkman en in de laatste gevallen tevens voldoen aan de vereischten, in art. 6 voor eene voorloopige aanstelling genoemd. (2). Een vast werkman wordt aangesteld door Bur- gemeêster en Wethouders op aanheveling van het hoofd van den dienst. (3). Een werkman, die reeds als vast werkman is aan- gesteld geweest, kan. na op de wijze, als in het eerste lid van art. 6 bepaald, opnieuw lichamelijk geschikt te zijn bevonden, weder terstond als vast werkman worden aangesteld. Akt. 8. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzon- dere gevallen bij gemotiveerd besluit van het in de ar- tikelen 4 tot en met 7 bepaalde omtrent termijnen en leeftijdsgrenzen af te wijken of afwijkingen toe te staan. Dezelfde bevoegdheid bestaat ten aanzien van het daar bepaalde omtrent de lichamelijke geschiktheid; indien deze bij het geneeskundig onderzoek mocht blijken, niet ten volle aan de eiscben te voldoen. Art. 9. (1). Voor werkzaamheden van zeer tijdelijken of van bijzonderen aard kunnen Burgemeester en Wethouders toestaan, dat werklieden worden aangenomen, welke ge- heel vallen buiten de bepalingen van dit reglement. (2). De gevallen, waarin van de bevoegdheid, in dit en in het vorige artikel aan Burgemeester en Wcthou-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 11