itmbcr 1011.
14
(6). Wanneer het hoofd van den dienst dit in het
helang van het werk acht, kan op zijn voorstel den
werkman door Burgemeester en Wethouders een toe-
slag op het gewone loon worden toegekend.
(7). Aan den werkman wien een vrije dienstwoning
is aangewezen wordt op het gewone loon gekort het
bedrag, dat door Burgemeester en Wethouders, als huur-
waarde van die woning is vastgesteld.
Art. 22.
(1). Voor zoover van de werklieden (jeugdige werk-
lieden, vrouwen en zij, die niet gedurende den vollen
wekelijkschen arbeidstijd in dienst der Gemeente wer-
ken, daaronder niet begrepen) bij de uitvoering der hun
opgedragen werkzaamheden geen vakbekwaamheid wordt
geëischt, wordt voor hen geen lager weekloon dan/"10.20
en voor zoover zulks wel het geval is, geen lager week-
loon dan f 10.80 vastgesteld. Deze bedragen worden
voor vaste (of voorloopig aangestelde) werklieden met
f 0.60 verhoogd en voor hoofden van een gezin met
nogmaals f 0,60.
(2). Onverminderd het bepaalde in het vierde lid
van het vorige artikel ten aanzien van gepensionneerden,
kan voor enkele, door Burgemeester en Wethouders aan
te wijzen categorieën van werklieden, zooals nachtwa-
kers, keetknechts en dergelijken, wier werkzaamheden
geacht worden niet met die van gewone werklieden
gelijk te staan, een lager loon worden vastgesteld. Deze
bepaling geldt ook voor werklieden die den 65 jarigen
leeftijd bereikt hebben.
Aet. 23.
(1). Wanneer wordt gewerkt buiten den op den
werk rooster aangegeven werktijd ingevolge opdracht
daartoe hebben de werklieden, recht op betaling van
overuren.