15 (2). Die betaling bedraagt behalve voor de werk- lieden, die op de wijze, als genoemd in het derde lid art. 3 sub. c, werken per uur a voor de eerste twee uren buiten de in den werk- rooster aangegeven uren 10 pCt. boven het o van het gewone loon b voor de op de onder a genoemde uren volgende twee uren 25 pCt. boven het ^/eo van het gewone loon c voor de daarop volgende uren 50 pCt. boven het '/co van het gewone loon; d voor werk op Zondag of op de in art. 20 genoemde feestdagen 100 pCt. boven het l/eo van het gewone loon. (3). Voor zoover de onder a en b van hetvorigelid genoemde uren in den nacht vallen, wordt ook voor die uren 50 pCt. boven het '/eo van ^et gewone loon be- taald. Worden overuren voorafgegaan of gevolgd door een rusttijd, welke geheel of gedeeltelijk valt in den gewonen werktijd, dan wordt het loon voor de in dezen werktijd vallende rusturen van dat voor de overuren afgetrokken, echter voor niet meer rusturen dan het aantal overuren heeft bedragen. Voor overuren, welke niet onmiddellijk bij den gewonen werktijd aansiuiten, wordt den werkman een minimum van 2 uren (gerekend van het tijdstip van opkomst af) betaald, overeenkoin- stig den aanhef van dit lid of het bepaalde sub a of d van het tweede lid. (4) Wanneer op de in art. 20 genoemde feestdagin op de in den werkrooster vallende uren wordt gewerkt, wordt aan hen, voor wie een vast weekloon bepaald is, boven dat weekloon voor elk uur '/o van het gewone loon betaald. (5). Voor werklieden, die op de wijze als genoemd in het derde lid van art. 3 sub c werken, gelden de in de eerste vier zinsneden van dit artikel vervatte bepa- lingen, benevens die van het eerste lid van art. 25, met dien verstande, dat voor x/60 van het gewonc loon wordt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 31