(3 14 Dcccmbor 1011? dere voorschriften voor een tak van dienst moet voor alle werklieden van dien diensttak ter lezing aanwezig zijn op de door het hoofd van den dienst aan te wijzen plaats. Indeeling der werklieden. (1). De werklieden worden onderscheiden in: I Vaste werklieden; II Voorloopig aangestelde werklieden III I josse werklieden; IV Jeugdige werklieden. (2). Vaste werklieden zijn de werklieden, wier ontslag alleen kan geschieden wegens een der in de artt. 33, 35, 40 en 44 genoemde redenen; Voorloopig aangestelde werklieden zijn werklieden, aan wie het vooruitzicht is geopend, later als vast werk- man te worden aangesteld; Losse werklieden zijn werkïieden, die voor tijdelijken dienst zijn aangenomen; Jeugdige werklieden zijn werklieden, die nog niet als volle werkkrachten kunnen worden beschouwd. (3). De vaste en voorloopig aangestelde werklieden worden aangesteld, hetzij a. om gedurende het geheele jaar den wekelijkschen werktijd te arbeiden; hetzij om op de wijze, als in de bijzondere voorschnt- ten voor elken diensttak geregeld is: ôf b. gedurende kortere of langere tijdperken van elk jaar den wekelijkschen werktijd te arbeiden; ôf wel c. enkele dagen per week of per maand of enkele uren per dag werkzaamheden te verrichten. (4). Losse werklieden kunnen ook worden aangeno- men, hetzij om den wekelijkscheu werktijd te arbeiden, hetzij om op de wijze, in het vorig lid sub c gcnoemd, werkzaamheden te verrichten. Akt. 3.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 5