21 MEI 1912. 5 Art. 7. (1). Om voor de eerste maal als vast werkman te kunnen worden aangesteld, moet men tenminste in 52 weken in dienst van de Gemeente zijn werkzaam ge- weest, hetzij als voorloopig aangesteld werkman, hetzij als jeugdig of los werkman en in de laatste gevallen tevens voldoen aan de vereischten, in art. 6 voor eene voorloopige aanstelling genoemd. (2). Een vast werkman wordt aangesteld door Burge- meester en Wethouders op aanbeveling van het hoofd van den dienst. (3). Een werkman, die reeds als vast werkman is aan- gesteld geweest, kan, na op de wijze, als in het eerste lid van art. 6 bepaald, opnieuw lichamelijk geschikt te zijn bevonden, weder terstond als vast werkman worden aangesteld. Art. 8. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzon- dere gevallen bij gemotiveerd besluit van het in de ar- tikelen 4 tot en met 7 bepaalde omtrent termijnen en leeftijdsgrenzen af te wijken of afwijkingen toe te staan. Dezelfde bevoegdheid bestaat ten aanzien van het daar bepaalde omtrent de lichamelijke geschiktheidindien deze bij het geneeskundig onderzoek mocht blijken, niet ten volle aan de eischen te voldoen. Art. 9. (1). Yoor werkzaamheden van zeer tijdelijken of van bijzonderen aard kunnen Burgemeester en Wethouders toestaan, dat werklieden worden aangenomen, welke ge- heel valien buiten de bepalingen van dit reglement. (2). De gevallen, waarin van de bevoegdheid, in dit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 11