21 MEI 1912. 20 wegens gelijke ziekte als te voren moet verzuimen, geldt dit ten aanzien van het bepaalde in art. 28 (1) of (2) niet als een nieuwe ziektehij kan dan ziekengeld ge- nieten over een aantal weken, gelijk aan dat, waarover hem bij niet-onderbreking der ziekte nog ziekengeld kon worden uitgekeerd. Art. 81. (1). Het aan den werkman uit te keeren ziekengeld of loon wordt eventueel verminderd met de aan den werkman toegekende tijdelijke uitkeering bedoeld bij art. 20 der Ongevallenwet 1901, vervolgens met de voor- loopige rente, bedoeld bij art. 67 dier wet en daarna met de rente, bedoeld bij art. 21 dier wet. (2). Wanneer een door een ongeval getroffen werkman ontslagen wordt en daarna opnieuw wordt aangesteld of aangenomen op een lager loon, dan hij onmiddellijk vöor zijn ontslag genoot, blijft de in het eerste lid genoemde vermindering achterwege, voor zoover van die vermin- dering het gevolg zou zijn, dat de werkman aan loon, uitkeering of rente en gemeentepensioen te zamen minder zou ontvangen dan het loon, dat hij onmiddellijk voör zijn ontslag genoot. Overlijden. Art. 32. Overlijdt een vaste of voorloopig aangestelde werkman zonder achterlating van een weduwe of van kinderen jonger dan 18 jaar, dan wordt aan den rechthebbende het loon van den overledene uitgelceerd tot en met de week waarin het overlijden plaats heeft. Overlijdt een vaste of voorloopig aangestelde werkman met achterlating van een weduwe of van kinderen jonger dan 18 jaar, of van ouders of schoonouders waarvan hij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 26