21 MEI 1912.
26
Straffen.
Art. 41.
Door Burgemeester en Wethouders kunnen aan den
yasten werkman om een der redenen, genoemd in art. 42,
straffen worden opgelegd, bestaande in
1°. schorsing gedurende ten minste een halven dag met
gemis van loon gedurende den tijd der schorsing;
2°. terugzetting op eene lagere bezoldiging gedurende
een bepaalden tijd;
terugzetting tot een lager bezoldigden werkkring,
hetzij voor onbepaalden tijd, hetzij voor een mini-
mum tijd, waarna de werkman bij de eerstvolgende
vacature in zijn oorspronkelijken werkkring kan
worden hersteld
4°. ontslag uit den dienst, zonder genot der voordeelen
in art. 36 genoemd.
Art. 42.
De redenen, waarom straffen kunnen worden opge-
legd, zijn:
1°. overtreding of niet-nakoming van de verplichting, den
werkman in art. 11 van dit reglement opgelegd:
2°. misdrijf, bij rechterlijk vonnis geconstateerd
3°. oneerlijkheid
4°. misleiding;
5°. het doen ontstaan van gevaar, het toebrengen van
letsel, of het veroorzaken van sehade;
6° insubordinatie;
7°. het door voordeelen of beloften zich laten verleiden
tot ongeoorloofde handelingen of begunstiging;
89. ergerlijk gedrag of ergerlijke taal
9°. dronkenschap in den dienst of het medebrengen of
doen medebrengen van sterken drank bij het werk