21 MEI 1912. 3 Aanneming en aanstelling Art. 4. (1). Om als jeugdig werkman te kunnen worden aan- genomen, moet men de ieeftijd van 14 jaar bereikt en dien van 20 jaar nog niet bereikt hebben, in den zin der Leerplichtwet, eene lagere school hebben afgeloopen, en bij een geneeskundig onderzoek door den daartoe aangewezen arts iichamelijk geschikt ziju bevonden voor de op te dragen werkzaamheden. (2). Een jeugdig werkman wordt aangenomen onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders door het hoofd van den dienst. (3). De jeugdige werklieden worden bij het bereiken van den 19 jarigen leeftijd ontslagen; welk ontslag ech- ter voor hen, die voor militiedienst moeten opkomen, tot op het voor die opkoinst bepaalde tijdstip kan wor- den opgeschort. Deze regel geldt niet voor jeugdige werklieden, van wie, naar het oordeel van het hoofd van den dienst, met grond kan worden verwacht, dat zij in aanmerking komen, om voorloopig of als vast werlcman te worden aangesteld Is deze aanstelling bij het bereiken van den 23 jarigen leeftijd nog niet gevolgd, dan worden ook zij ontslagen. Indien een jeugdig werk- man voor militiedienst moet opkomen, en blijken van geschiktheid heeft gegeven voor den werkkring, waarin hij was geplaatst, zal hij na vervulling van zijne militie- plichten, indien hij dat wenscht, weder als zoodanig aangesteld kunnen worden, indien alsdan plaats voor hem is en hij geschikt gebleven is. Art. 5. (1). Om als los werkman te kunnen worden aange- nomen moet men den 20-jarigen leeftijd hebben bereikt (2). De losse werkman wordt aangenomen door het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 9