Ü2 Juni I9l3.
heid van f 10000.—, in onderpand te geven effecten,
aangegeven in de lijst bedoeld bij art 92, voôrlaatste
lid, der Ongevalienwet 1901, onder bepaling, dat
a. de pandgever verplicht is op eerste aanmaning
van Burgemeester en Wethouders effecten, welke bij
eene herziening van de hiervoren bedoelde lijst niet
weer z.ijn opgenomen onder de fondsen, welke voor
belegging van gelden der Rijksverzekeringsbank in
aanmerking komen, door andere te vervangen
b. de pandgever bevoegd is stukken tot het on-
derpand behoorende, te vervangen door andere van
minstens gelijke beurswaarde en eveneens voorko-
mende op de hiervoren bedoelde lijst
C. de effecten met de daarbij behoorende coupon-
bladen en talons, ten name van Burgemeester en
Wethouders van Heemstede voor zijne rekening in
open bewaargeving worden gebracht bij de Nederland-
sche Bank, met last aan die instelling tot afrekening
aan den pandgever van de coupons;
d. de beurswaarde van het onderpand, zonder bij-
voeging van rente, het bedrag van de zekerheid met
minstens f 100 te boven gaat
e. telkens wanneer bij daling van de beursprijzen
de beurswaarde van het onderpand, zonder bijvoeging
van rente, tot beneden het vereischte bedrag van
f 10.100 mocht verminderen.de pandgever verplicht is
op eerste aanmaning van Burgemeester en Wethou-
ders het onderpand tot genoemd bedrag van f 10.100
aan te vullen
onder beurswaarde wordt verstaan de waarde
volgens den laagsten beursprijs der Amsterdamsche
beurs
g. alle aanvullingen van-, terugnemingen uit- en
ruilingen in het onderpand geschieden door bemid-
deling van Burgemeester en Wethouders.
Gedaan ter openbare vergadering van den 12 Juni
1913.
De Voorzitte
e Secretaris,