12 Juni I9l3.
zelfde overkapping, gaande van den zolder tot de
dakbedekking
2e. voor keukens bestemde muren boven den be-
ganen grond, welke niet hooger zijn dan 3 20 M. en
geen grooter oppervlakte insluiten dan 8 M2, ook dan,
wanneer het buitenmuren zijn.
3e. alle andere muren boven den beganen grond,
welke niet hooger zijn dan 3 20 M. en geen grooter
oppervlakte insluiten dan 8 M2. mits die muren niet
zijn buitenmuren van een tot woon- of slaapvertrek te
bestemmen ruimte
4e. muren van schuurtjes of bergplaatsen boven
den beganen grond
5e. muren van privafen, mits geen grootere opper-
vlakte insluitende dan 2 M2. en geen grootere hoog-
te hebbende dan 6 50 M. boven den beganen grond.
3. Een hooger gedeelte van een muur mag nooit
dikker zijn dan het daaronder gelegene, tenzij met
vergunning van Burgemeester en Wethouders.
4. Wanneer in de" aanvrage om vergunning tot
bouwen, bedoeld in art. 88 dezer verordening, het
voornemen wordt te kennen gegeven om bij hetbou-
wen van muren gebruik te maken van ander materi-
aal dan van steen, kunnen Burgemeester en Wethou-
ders van het bepaalde in het eerste lid van dit arti-
kel vrijstelling verleenen.
5. Bij het verleenen dezer vrijstelling zijn Burge-
memeester en Wethouders bevoegd, nadere eischen
betreffende de hechtheid der in het vierde lid van dit
artikel bedoelde muren vast te stellen.
Artikel 45 wordt gelezen als volgt
Artikel 45.
De muren, bedoeld in art. 44, mogen niet door be-
klamping, op welke wijze ook, op de vereischte dik-
te worden gebracht, noch door het aanbrengen van
nissen worden gebracht onder de aangegeven maten.
Gedaan ter openbare vergadering van den 12 Juni
1913.
De Voorzitter,
De Secretaris,