12 Juni 1913.
analysen worden aan het einde van ieder jaar over
de verschillende gemeenten verdeeld in verhouding
tot het aantal voor de gemeente verrichte onderzoekingen
en analysen.
c. De monsters van voedingsmiddelen worden ge-
nomen door de veldwachters der betrokken gemeente
of door een of meer aan te stellen keurmeesters, die
gehouden zijn daarbij de instructiën van den keurings-
dienst te Haarlem op te volgen.
d. De toezending van monsters spoedeischende
gevallen uitgezonderd geschiedt alleen in overleg
met den keuringsdienst te Haarlem.
e. De toezending van materiaal voor het bacterio-
logisch onderzoek geschiedt in overleg met het labo-
ratorium voor pathologische bacteriologie, datdenoodige
steriele fleschjes of buisjes voor het verzamelen van
dit materiaal verstrekt.
De kosten van transport van de monsters der
voedingsmiddelen en van het materiaal voor het bac-
teriologisch onderzoek zijn voor rekening der betrokken
gemeente. Evenzoo zijn voor rekening der betrokken
gemeente de kosten van intercommunale telephoon-
gesprekken betreffende gevraagde onderzoekingen.
g. Onder de bacteriologische onderzoekingen is
niet begrepen het zoogenaamd massaal onderzoek van
schoien enz. Ter zake kunnen afzonderlijke regelingen
worden getroffen.
h. Door de betrokken gemeenten worden verorde-
ningen op de keuring van voedingsmiddelen vastge-
steld volgens hetzelfde stelsel als te Haarlem geldende
zijn of zullen worden. Waar reeds zulke verordenin-
gen bestaan, worden zij zoo noodig in overeenstem-
ming gebracht met de regeling tusschen de betrokken
gemeenten in zake gemeenschappelijken keuringsdienst
getroffen.
i. Jaarlijks wordt aan iedere gemeente een kort ver-
slag over de verrichte onderzoekingen uitgebracht.
j. De nadere uitvoering van deze regeling geschiedt
door overleg tusschen Burgemeester en Wethouders
van Haarlem en de betrokken gemeente.
k. De contracteerende gemeenten verbinden zich
tot en met 31 December 1921 deze regeling na te
komen met dien verstande: