12 Juni 1913.
staande gelegenheid tot berging van brandladders en
brandhaken, van welke bergplaats de gemeente voortaan
zal mogen gebruik maken als bergplaats van andere
materialen ten dienste van de gemeente of van hare
bedrijven.
De kosten van onderhoud der bergplaats blijven
ten laste van de gemeente.
Art. 2.
Voor het hebben dezer bergplaats tegen de schutting
zal de gemeente eene jaarlijksche recognitie aan de
Maatschappij betalen van een gulden 1.—) telkens
vöör 31 December, voor het eerst in 1913.
Art. 3.
Wanneer de vergunning bedoeld in Art. 1 zal zijn
vervallen, zal de gemeente zorg dragen, dat de berg-
plaats geheel van de schutting wordt losgemaakt en
alles in° behoorlijken toestand wordt opgeleverd en voor
zooveel noodig in den vorigen toestand wordt hersteld.
Bij niet nakoming harer verplichtingen zal de ge-
meente moeten gedoogen, dat de bergplaats door de
Maatschappij van de schutting worde losgemaakt en
alles in den vorigen toestand hersteld op kosten van
de gemeente.
Art. 4.
De kosten dezer overeenkomst komen voor rekening
der gemeente.
Tengevolge van deze overeenkomst vervalt de over-
eenkomst aangegaan tusschen de Maatschappij en de
gemeente den eersten Augustus 1900 en zeven.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Heemstede, den 12 Juni 1913.