10 Augustus 1914.
3
Wethouders gewacht, met de gedachten dat de toestan-
den in het najaar beter zouden zijn en ook omdat
nog niet bekend was, hoe groot de leenmg zou moe-
ten zijn in verband met de in bewerking zijnde haven-
plannen. Het is over het algemeen ook beter, te wach-
ten totdat het juiste bedrag der te sluiten leenmg be-
kend is, daar men voor grooter bedrag vaak voordee-
liger condities verkrijgt.
De heer Mr. Van Tienhoven vraagt, of de kasgeld-
leening van f 135 000— reeds geheel is opgenomen
De Voorzitter licht toe, dat van de leening groot
f 185.000— reeds f 105.000— is opgenomen.
Vandaag nog heeft hij vernomen van eene
ling, waarbij hij persoonlijk is ge.nteiresseerd, ciat de
gemeente daarvan direct op schuldbekentems f'0-000
kan bekomen tegen 5 pCt. Deze instellmg heeft dat
bedrag liggen voor couponbetaling tegen het einde
des jaars.
Voorts deelt de Voorzitter mede, naar aanleidmg
van een vraag van den heer Mr. Van Tienhoven, dat
de gemeente van de kasgeldleenmg telkens opnam
wat ze noodig had, maar dat het nu met meer gaat
de wissels te verdisconteeren Het is thans de groote
moeilijkheid een derde handteekening machtig te wor-
den, noodzakelijk voor de wijze, waarop voorheen
werd geleend. Öp ee.i promesse behoeven slexhts
twee handteekeningen voor te komen. Ook wordt door
de provincie het systeem van promesseleenmg gevolgd.
De heer Honig vraagt, of zekerheid bestaat, dat van
dezelfde geldschieters na 3 maanden weer geld zal
kunnen worden verkregen.
De Voorzitter antwoordt, dat nu met anders kan
worden gehandeld en na 3 maanden weer kan wor-
den gezien. Spreker voegt er aan toe, dat een ge-
meente als Heemstede toch altijd nog wel geld zal
kunnen krijgen.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming het
besluit onveranderd vastgesteld.
111 lll. Vaststelling tweede suppletoire begrooting,
2e Suppl. dienst 1914.
Begrooting De Financieele Commissie adviseert deze ongewi]
1914. zigd vast te stellen in Ontvangsten en Uitgaven op
een gelijk bedrag van f 165.000—.
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze suppletoi-
re begrooting vervolgens ongewijzigd vastgesteld,
luidende als volgt