10 Augustus 1914.
6
Bovendien acht de Voorzitter het niet gewenscht
nu al direkt een beroep te doen op de gemeentekas,
daardoor doodt men over het algemeen den liefda-
digheidszin der ingezetenen. Spreker geeft evenwel
de verzekering, dat, als het noodig mocht blijken,
dat van gemeentewege moet worden ingegrepen, hij
niet zal aarzelen daartoe over te gaan en desnoods
een spoedeischende vergadering daarvoor zal uit-
schrijven.
De heer Tromp vraagt, hoe het is geregeld met
het loon van de menschen werkzaam in gemeente-
dienst tijdens het verblijf onder de wapenen in deze
buitengewone omstandigheden.
De Voorzitter antvvoordt, dat het Ioon van de vaste
en voorioopig aangestelde werklicden gedurende een
jaar doorgaat. De losse werklieden, dit zijn er twee,
genieten twee weken vol loon en gedurende ten
hoogste 50 weken het loon tot een bedrag, dat naar
schatting door Burgemeester en Wethouders door de
werklieden aan het gezin werd afgestaan tot een
maximum van f 6per week. Deze bepaling is
eenigszins in analogie met de bepalingen in Amster-
dam maar iets gunstiger, daar ze in Amsterdam uit-
betaald krijgen naar mate van den tijd van dienst.
Hierna sluit de Voorzitter de Vergadering.
De Voorzitter,
De Secretaris,