6 October 1914.
Tegemoetkoming pensioen J. H. Snijder.
In deze vergadering wordt aan U voorgesteld aan
den heer J. H. Snijder, ambtenaar van den Burgerlijken
Stand, op diens verzoek met ingang van 1 Januari
a. s. êervol ontslag te verleenen wegens het bereiken
van den 65 jarigen leeftijd en meer dan 40 jarige
dienstvervulling in gemeentelijke betrekkingen.
Door den heer Snijder zal ingevolge de Pensioenwet
voor de gemeenteambtenaren 1913 pensioen worden
aangevraagd.
Volgens de Verordening regelende de samenstelljng
en de jaarwedden van het Secretarie-Personeel bedraagt
de jaarwedde van den heer Snijder als commies-chef
ter secretarie rnet meer dan 40 dienstjaren /1400.
doch deze wordt verminderd tot /1100.— volgens art.
2, 3de lid, dier Verordening, omdat hij als ambtenaar
van den Burgerlijken Stand eene jaarwedde van/300.
geniet.
De heer Snijder kwam op 20 April 1874 m deze
^emeente in betrekking, als ambtenaar ter secretarie,
zoodat hij als zoodanig meer dan 40 dienstjaren heeft
en recht heeft op vol pensioen.
Als ambtenaar ter secretarie heeft hij gedurende dien
tijd steeds de werkzaamheden van den Burgerlijken
Stand verricht totdat hij na de wijziging der Qemeen-
tewet bij de wet van 1 Februari 1904, Staatsblad
No. 25 met ingang van 1 September 1904 tot ambte-
naar van den Burgerlijken Stand werd benoemd. Nu
doet zich hierdoor het bijzondere geval voor, dat hij
als ambtenaar van den Burgerlijken Stand slechts ruim
10 dienstjaren heeft, daar het verrichten derwerkzaam-
heden van den Burgerlijken Stand vöör de officieele
benoeming tot die betrekking vermoedelijk voor het
pensioen niet zal meetellen.
Indien genoemde wijziging der Gemeentewet niet de
mogelijkheid had geopend, om een ambtenaar ter
secretarie te benoemen tot ambtenaar van den Burger-
lijken Stand, dan zou met zekerheid de heer Snijder
nu over het gemiddelde totaal der jaarwedden recht
hebben op vol pensioen, daar zijne jaarwedde dan
niet gesplitst was.
De totale jaarwedde van/1400.— wegens genoemde
betrekkingen wordt door den heer Snijder genoten