6 October 1914.
2
sedert 1 Januari 1913, dus met 1 Januari 1915 gedu-
rende twee jaar. Volgens de bepalingen der pensioen-
wet wordt het pensioen berekend naar een grondslag
van het gemiddelde genoten inkomen over de laatste
5 jaren. Gedurende de 3 jaren voorafgaande aan 1
Januari 1913 had de heer Snijder wegens die betrek-
kingen een totaal inkomen van 1300.per jaar,
zoodat het gemiddelde zou worden /1340.
De heer Snijder heeft verder steeds telken jare op-
gemaakt de rekening van het Burgerlijk Armbestuur,
waarvoor hij eene belooning genoot van /25.
Wij hebben de eer U voor te stellen, in verband
met het vorenstaande en omdat het in de toekomst
wel regel zal zijn dat een ambtenaar reeds vöör het
bereiken van den zestigjarigen leeftijd zijn maximum
jaarwedde zal hebben bereikt aan den heer J. H. Snijder
met ingang van 1 Januari aanstaande eene jaarlijksche
tegemoetkoming uit de gemeentekas toe te kennen tot
zoodanig bedrag, dat hij met inbegrip van zijne pen-
sioenen wegens genoemde betrekkingen zal genieten
4%0 van /1425.of /950.
Voorgesteld wordt in overeenstemming met het
daaromtrent bepaalde in de Pensioenwet voor de Ge-
meenteambtenaren 1913 deze tegemoetkoming maan-
delijks aan den heer Snijder tegelijk met zijne pensi-
oenen wegens gemeente-betrekkingen in gedeelten uit
te keeren en dit te blijven doen tot het einde van het
vierendeeljaars in den loop waarvan die pensioenen
vervallen.
Heemstede, den 22 September 1914.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
D. E. VAN LENNEP.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.
Behoort bij de Notulen der Openbare Raadsverga-
dering van den 6 October 1914.
De Secretaris, De Voorzitter,