6 October 1914.
14
Dit is toch zeker hoog als wordt nagegaan, dat
voor de inning van opcenten op de personeele be-
lasting 2| pC». wordt gerekend, terwiil deze inning
meer dan 25 pCt. kost.
De heer Preijde zegt, dat de Financieele Commissie
het geheel in principe eens was met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders, maar meende dit iaar
t°ch niet de opbrengst der tollen te mogen laten
voorbijgaan. Zij zou het zonde vinden deze inkomst
dit jaar te moeten Iaten schieten. Wat de billijkheid
betreft merkt spreker op, dat het meerendeel door
niet-Heemsteders wordt betaald, die ook het meest
de wegen vernielen.
De heer Mr Van Tienhoven verklaart ook zijn stem
te willen motiveeren, ofschoon spreker zegt zijn stem
niet te hebben verpand bij eene vorige gelegenheid.
Hij is van oordeel, dat het niet zoo 'n groot be-
zwaar zal opleveren nog een jaar den tol .te behouden.
Hij merkt op, dat onder de uitgaven ook zijn be-
grepen de loonen van de tolgaarders.
De Voorzitter antwoordt hierop dat de tegenwoordige
tolgaarders op Binnenweg en Camplaan weten dat
deze betrekkingen zullen worden opgeheven en zij
zijn dan ook van tijdelijke aanstellingen voorzien.
De tolgaarder aan den Leidschenvaartweg is over-
genomen bij contract tegelijk met de vaarten en
wegen van Haarlem. Deze tolgaarder zou nu belast
worden met het ophalen van recognitiën.
De heer Mr. Van Tienhoven vraagt, of de opheffing
der tollen verder geen bijzondere Iasten met zich
brengt.
De oorzitter antwoordt hierop ontkennend.
De heer Honig wijst op het pensioen van de vroe-
gere tolgaarster aan den Binnenweg, waarop de Voor-
zitter uiteenzet, dat dit hier niet meer mee te maken
heeft.
De heer Van der Eijken vraagt, of de opheffing
d'us geen tegenvaller voor de tegenwoordige functi-
onarissen zal zijn.
De Voorzitter meent deze vraag ontkennend te
kun nen beantwoorden.
De lieer Mr. Van Tienhoven vraagt, of er veel be-
zwaar zou bestaan om de tollen nog tot 1 lanuari
1 y 16 te behouden.