6 October 1914.
4
zoo is dat toch niet de gewenschte manier om in den
nood der tijden te voorzien.
De talrijke moeilijkheden, die zich elders hebben
voorgedaan, zullen volgens spreker een aansporing
moeten zijn om een andere manier te trachten te vin-
den dan wel de genoemde.
Ten eerste is het voor een gemeente niet te ver-
antwoorden om kapitaal ter bestrijding van werkloos-
heid in handen van particulieren te geven en zichzelf
van alies af te wasschen.
Ten tweede moet men overwegen, dat verschillende
uit te voeren werken zullen afhangen van den aard
en omvang der werkloosheid en nu zou het kunnen
gebeuren dat men dergelijke werken halverwege zou
inoeten stopzetten.
Ten derde zooals het adres thans luidt om ook
werkzaamheden voor particulieren te verrichten als
het dempen van poelen en plassen in het Bosch en
Vaartkwartier, zou het kunnen voorkomen, dat het
Steuncomité juist het tegenovergestelde zou bereiken
van wat het zich voorstelt, omdat n I. door gemeente-
kapitaal en bijdragen van ingezetenen de aannemers
van dergelijke werken zouden worden uitgeschakeld.
Spreker is van oordeel, dat met de bijdragen van
de ingezetenen en het kapitaal der gemeente in deze
bijzondere tijdsomstandigheden geen werk, dat voor
voigende jaren bestemd is, nu moet worden uitgevoerd,
omdat daardoor de toekomst zou verduisteren.
Na alle omstandigheden in aanmerking te hebben
genomen zou hij willen voorstellen om op genoemd
adres niet in te gaan, met hoeveel waardeering de
goede bedoeling van het Steuncomiié ook wordt be-
groet, tenzij de gemeente optreedt als werkgeefster
en tot overeenstemming tracht te komen met het
Steuncomité om door de bemiddeling van dit Comité
zich van arbeidskrachten te voorzien
Mocht het Steuncomité zich bereid verklaren om
wegens de bijzondere werkzaamheden, die in het be-
lang der gemeente geschieden, den rentelast der ge-
meente te helpen dragen, dan zou dit in dankbaarheid
kunnen aanvaard worden, doch voor de uitvoering
van werken zou hij wenschen, dat tot gewone aanbe-
steding wordt overgegaan.
De Voorzitter vraagt nog nader wat de bedoeling
zou zijn van den heer Tromp.