26 November 1914. 3 In *de bezoldiging der ambtenaren, die als zoodanig belast zijn of worden met hulp-werkzaamheden be- treffende den Burgerlijken Stand, is begrepen hunne belooning voor die werkzaamheden. Artikel 6. 1. De adjunct-commiezen en de klerken, die in het bezit zijn van de akte van bekwaatnheid, afgegeven door de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeente- belangen of van eene door Burgemeester en Wet- houders even hoog of hooger gestelde bevoegdheid, genieten daarvoor eene toelage van 50. per jaar boven hunne jaarwedden. 2. De ambtenaren genieten, indien zij gehuwd zijn of zijn geweest en den leeftijd van vijf en twintig jaren bereikt hebben, eene tegemoetkoming in de huishuur ten bedrage van één honderd gulden per jaar.. Artikel 7. 1. De ambtenaren, die tijdelijk belast zijn met het waarnemen der betrekking van hooger of lager personeel, behouden hunne gewone bezoldiging, behoudens het bepaalde bij art. 105 der Gemeentewet. 2. Niettemin zal aan hen, die gedurende één maand of langer een hooger bezoldigde betrekking hebben waargenomen, door Burgemeester en Wethouders een gratificatie worden verleend van ten hoogste het bedrag van het verschil in bezoldiging, indien de waarneming ten genoegen van Burgemeester en Wethouders is vervuld en de waarnemende ambtenaar niet in de plaats van den hooger bezoldigde is benoemd. 3. Van den ambtenaar, die ingevolge het bepaalde bij art. 105 der Gemeentewet aanspraak heeft op de aan de betrekking van Secretaris verbonden jaarwedde, wordt gedurende het tijdvak der waarneming van het Secretaris-ambt zijne jaarwedde als ambtenaar ter Secretarie ingehouden. Artikel 8. 1. Overlijdt een ambtenaar zonder achterlating van eene weduwe of van één of meer kinderen, jonger dan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1914 | | pagina 13