26 November 1914.
De aanneemster is eveneens verplicht met sproeien
of vegen of beide gelijktijdig aan te vangen en daar-
mede geregeld door te gaan op den tijd haar door of
namens Burgemeester en Wethouders daarvoor aan-
gewezen. telkens zoolang totdat het haar opgedragen
werk heeft plaats gehad.
Art. 2.
In den regel zal hetvervoer van puin, grint, sintels
en andere materialen kunnen plaats hebben, met één
wagen en één paard met man, doch wanneer Burge-
meester en Wethouders zulks verlangen moet tege-
lijk met twee of meer wagens en paarden met mannen
gewerkt worden.
Voor besproeiing en vegen zal in den regel met
een paard kunnen worden gewerkt, doch indien zulks
wordt verlangd, zal tegelijk met twee of meer paarden
en mannen moeten worden gewerkt.
Art. 3.
De puin en de grint zullen in den regel van de
losplaats bij den Meerweg aan de Ringvaart en de
grint bovendien van een opslagplaats aan de Prinsen-
laan vervoerd moeten worden, doch Burgemeester en
Wethouders behouden zich het recht voor om het
vervoer van andere plaatsen in de gemeenle te gelasten.
Door of namens Burgemeester en Wethouders zul-
'en de plaatsen worden aangewezen, waar zal moeten
worden geveegd of gesproeid.
Art. 4.
Wanneer Burgemeester en Wethouders meenen, dat
de door de aanneemster aangestelde voerlieden of de
door haar gebezigde wagens of paarden niet geschikt
zijn, zal de aanneemster verplicht zijn, zonder dat
Burgemeester en Wethouders redenen behoeven op
te geven, ten hunnen genoegen daarvoor andere voer-
lieden, wagens of paarden in de plaats te stellen.
Art. 5.
Het vervoer van puin, grint, sintels en andere ma-
terialen zal berekend worden per vervoerden M3 of
per dag ter keuze van Burgemeester en Wethouders.
Als het vervoer per dag gerekend wordt, dan zal
de aanneemster werkzaam moeten zijn als volgt
0