30 December 1914. 6 dit acht spreker niet te motiveeren. Het vorige jaar en het eerste gedeelte van dit jaar zijn in ieder ge- va! voor den kastelein van de Belvédêre zeer voor- deelig geweest. Spreker is van oordeel, dat als de gemeente tot vermindering overgaat zij zich op een zwak terrein begeeft en er een loopje mee genomen vvordt, omdat men gaat rekenen op kwijtschelding. De omstandigheden mogen niet gunstig zijn. maar spreker acht ook de omstandigheden voor de gemeen Te niet gunstig om hiertoe over te gaan De Voorzitter zet uiteen. dat de kastelein van de Belvédêre wel verdiensten heeft gehad op consumptie maar hiervoor ook heeft moeten werken met ander personeel zoodat riit geen znivere verdienste is Verleden jaar is hij pas half Juli begonnen en het wordt niet ontkend, dat hij toen een goed tijdje heeft gehad. Hiertegenover staat evenwel, dat dit ook voor hem de duurste tijd was, daar allerlei moest worden aangeschaft. Het beginsel van tegemoetkoming voor ongunstige tijden is sinds lang in de wetgeving vast- gelegd. In het Burgerlijk Wetboek is bijvoorbeeld op- genomen, dat pachters van landerijen bij mislukking van den oogst vermindering der huurpenningen kun- nen vorderen, ook was dit reeds voorzien in het Wetboek van Napoleon, zoodat het beginsel bestaat. Burgemeester en Wethouders hebben gemeend door f 100— kwijt te schelden, dat de kastelein zijn arbeid heeft betaald gekregen, maar beslist geen winst heeft gemaakt. Hetzeifde heeft plaats gehad, vervolgt spreker, met de strandpacht te Zandvoort en hij meent, dat daar zelfs hooger percentage is terug betaald. De Heer Horiig vindt, dat het nogal dikwijls voor- komt. dat tegemoetkoming wordt gevraagd Hij wijst hierbij op het indertijd besproken geval van den vuil- nisman Het beginsel van tegemoetkoming mag in de wet zijn vastgelegd, maar spreker is v;.n oordeel, dat het door elkaar moet worden geslagen Als een schit- terend jaar zou zijn gemaakt, zou daarom zeker door den pachter niet meer zijn gegeven. Het vorig jaar was schitterend. nu was het een tegenvaller. spreker voelt er dan ook weinig voor om dit toe te staan. Hij wil hierbij ook op het tweede geval wijzen, waar het geldt de verhuring van een tuin, waarvan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1914 | | pagina 6