24 Maart 1915.
Ofschoon er onder de werklieden wel zullen zijn,
die in den tegenwoordigen tijd zich niet zullen kun-
nen verschaffen, wat in gewone tijden het geval zou
zijn, zoo mag toch wel de vraag gesteld worden
waarom zij, die toch reeds een eenigszins bevoor-
rechte positie innemen, boven zoovele andere ge-
meenteambtenaren, die met minder loon moeten trach-
ten rond te komen, bevoordeeld zouden moeten wor-
den en wel ten koste van de andere gemeenteambte-
naren, die dan meer belasting zouden moeten opbren-
gen. Het is een droevig feit, dat de meeste ingezete-
nen de uiterste zuinigheid moeten betrachten en dat
dus de meeste menschen moeten lijden onder den
opgelegden druk. Het wil er bij ons niet in, dat de
gemeente nu voor eene enkele categorie van perso-
nen dien druk zou moeten verlichten.
Een toeslag toch alleen voor de gemeentewerklieden
zou in de gegeven omstandigheden onbillijk zijn te-
genover de overige werkläeden, die reeds in mind?r
gunstige omstandigheden verkeeren.
Adressant beroept zich ten slotte nog op het feit,
dat aan de gemeente-ambtenaren een huurtoeslag is
verleend en "meent dat het toch niet in de bedoeling
van Uwen Raad kan liggen om onderscheld te maken.
Wij zouden naar aanleiding daarvan er op willen
wijzen, dat Uw Raad dit onderscheid niet behoeft te
maken, omdat het bestaat leder werk moet immers
naar zijn aard beloond worden en dat er onderscheid
is in den aard van het werk zal wel niet weersproken
kunnen worden
Een ambtenaar, die vrij veel studie moet maken,
begint veel later iets te verdienen dan een werkman.
Ook onder de categorie van werklieden komt dit
voor, maar een vakman wordt als hij zijn vak ver
staat in den regel ook hooger beloond dan een niet-
vakman. Onze ambtenaren ontvangen geen loon voor
overuren.
Hun salaris is in verhouding niet hooger dan dat
voor gelijksoortigen arbeid door particulieren betaald
wordt, de lager bezoldigden verdienen eer minder dan
meer dan een werkman.
Daarbij moge worden opgemerkt, dat de nieuwe
salarisregeling voor de ambtenaren ter secretarie,
waarin een toeslag van f 100- voor de gehuwden is
opgenomen, ten slotte voor allen te zamen minder