29 April 1915. Ik heb er over gedacht of ik hierbij namen zou noemen, vooral van hen, die zoo bijzonder veel in dezen hebben gedaan. Ik besloot echter om dit niet te doen. Men heeft hier in Heemstede niet gewerkt om genoemd te wor- den. Alles ging in rustige stilte het kenmerk der ware barmhartigheid. De Belgen weten het wel wie het waren, die hier goed voor hen zorgden, de burgerij kent hunne namen ook. en mijne bewondering voor hun werk is even groot al noem ik hunne namen niet. Ik verklaar er trotsch op te zijn, dat het weer gebleken is, dat, wanneer er hulp noodig is, de men- schen in Heemstede klaar staan om die hulp te ver- leenen. Toch wil ik één naam noemen, maar niet den naam van een persoon, maar van een stichting, zon- der welker hulp alles zooveel minder gemakkelijk zou zijn gegaan. lk bedoel Meer en Bosch. In mijn verslag is die naam reeds telkens genoemd. Aan het Bestuur, aan de Zusters en Broeders van Meer en Bosch komt wel de grootste dank toe. Nooit was iets hen te moeilijk, maar steeds was alles mogelijk. Meer en Bosch gaf een zeldzaam mooi voorbeeld van wat dienende liefde vermag. Ik meen, mijne Heeren, de tolk te zijn van uwe gevoelens, wanneer ik in deze openbare vergadering van den Raad den warmen dank van het gemeente- bestuur breng aan allen, die in Heemstede zich het lot der ongeiukkige Belgen hebben aangetrokken, en wanneer ik de hoop uitspreek, dat de tijd niet verre meer za! zijn, dat zij naar hunne haardsteden mogen terugkeeren, om mede te werken tot de wederople- ving van hun Vaderland. Behoort bij de Notulen der Openbare Raadsver gadering van 29 April 1915. HEEMSTEDE, 29 April 1915. De Burgemeester, D. E. VAN LENNEP. De Vo^czitter, De Secretaris

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1915 | | pagina 36