29 April 1915.
De Raad enz.
De Voorzitter deelt mede, dat de Gezondheidscom-
missie gezeteld te Bloemendaa! bij schrijven van 28
April 1915, No. D 841, heeft medegedeeld geene be-
zwaren tegen deze wijzigingen te hebben.
Overgegaan wordt tot artikelsgewijze behandeling
van het voorstel,
De artikelen 7 bis en 9 quinquies worden zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd
vastgesteld.
Bij de behandeling van artikel 10 quater vraagt de
heer Waller, of het artikel ook van toepassing is op
hen, die met bloemenmanden op een hoek van een
straat staan om bloemen te verkoopen, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is ge-
woonlijk wel vergunning te verleenen doch om het in
de hand te hebben vooral bij drukke dagen.
De artikelen 10 quater en 31 bis worden zonder
hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
Bij de behandeling van artikel 25 vraagt de heer
Mr. Van Tienhoven, of het artikel ook van toepassing
is op de Duitsche muzikanten, waarop de Voorzitter
antwoordt, dat het reeds verboden is, op den weg
zonder vergunning van der, Burgemeester muziek te
maken.
De heer Tromp vraagt, of het steeds verboden is
tnuGek ,e maken. waarop de Voorzitter antwoordt,
dat wel het voornemen is vergunning te geven, doch
dat de bedoeting is door het stellen van voorwaarden
te voorkomen, dat buren overlast hebben t is voor-
gekomen dat op een Zondag den geheelen dag een
mechanisch muziekinstrument speelde
De heer Tromp verklaart zich hierop bevredigd.
Het artikel wordt daarna zonder hoofdelijke stem-
ming aangenomen.
De Voorzitter zegt, dat in de circulaire van den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel van 24
April 1915 is verzocht een strafbepaling in de Alge-
meene Politieverordening op te nemen. waarbij het
voederen, doen of laten voederen van rogge, rogge-
meel of roggebrood aan vee, voordat de oogst 1915
vo°r het bakken van brood beschikbaar is. verboden
wordt. Hierom wordt nog voorgesteld aan te brengen
een artikel 31 ter luidende als volgt