6 October 1915. Art. 4. Afsiand van recht op verminderlng der pacht enz. ledere pachter wordt geacht zijn gepachte volkomen te kennen en geen der pachters heeft alzoo ooit eenige aanspraak op vermindering van den prijs terzake van ver- keerde opgave van grootte. aard of belendingen der perceelen. Zij kunnen evenmin vermindering, kwijtschelding of teruggave van pacht vorderen voor schaden of onheilen, hoe ook genaamd. door gewone of buitengewone voorziene of onvoorziene toevallen veroorzaakt. Art. 5. Afschrift proces-verbaal. ledere pachter kan, desverkiezende, een afschrift van de pachtovereenkomst erlangen tegen betaling van de gebruikte zegels en van vijftig cent voor elke beschreven bladzijde. Art 6. Keuze van Woonplaats. De pachters en borgen kiezen, voor de uitvoering der overeenkomst, woonplaats ten Raadhuize van de gemeente, waar zij op den dag der verpachting wonen. Art. 7. Duur. De verpachting geschiedt voor den tijd van vijf jaren. welke zullen ingaan op 1 Januari 1916, zoodat de verpachting zal eindigen op 31 December 1920 behoudens het bepaalde in art. 9 en art. 10. Voor de pachters die hunne verplichtingen volgens oordecl van Burgemeester en Wethouders getrouw nakomen, bestaat vooruitzicht op verlenging van pacht, wanneer de gemeente de gronden niet voor andere doeleinden behoeft. Art. 8. Wijze van gebruik. De pachters zullen het gepachte mogen gebruiken voor groenten, vruchten, bloemen en bloembollencultuur. De hagen die zich op de tuinen bevinden moeten door de pachters onderhouden worden; voorzoover die de scheiding vormen tusschen percee- len aan verschillende pachters verhuurd, zal ieder der pachters voor het onderhoud langs zijn perceel hebben te zorgen. De afscheidingen langs de wegen zullen door de gemeente worden gemaakt en onderhouden. Art. 9. Voortzetting van het gebruik. De pachter zal ook na het eindigen van de huur het recht hebben om de daarop geplante bloembollen - en aanverwante gewassen te laten staan, tot die rijp zijn, en in staat om gerooid te worden, doch voor niet meer dan de helft van de geheele oppervlakte van het gehuurde en in elk geval niet langer dan tot 15 Augus- tus van het jaar volgende op het laatste huurjaar. Voor dit genot zal hij uiterlijk op 1 Juli van het jaar volgende op het laatste huurjaar ten kantore van den Gemeente- Ontvanger moeten betalen een pachtsom van f 1.75 per bij hem op deze wijze in ge- bruik gebleven are gelijkstaande met f 0.25 per Rijnl. roede

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1915 | | pagina 12