6 Octofoer 1915
3e. dat het gedeeite water dat in gebruik zal wor-
den genomen ten hoogste eene breedte van 2 M.
en ten hoogste eene oppervlakte van 5 M2 mag hebben;
4e. dat alie schaden, door verdieping van het water
of anderszins aan de stokken teweeggebracht voor
rekening van den huurder komen
5e. dat genoemde stokken niet verder boven water
mogen uitsteken dan de bestaande walbeschoeiing
daar ter plaatse
6e. dat bij opzegging van de huur het gehuurde
door en op kosten van den huurder binnen drie
maanden, ten genoegen van Burgemeester en Wet-
houders voornoemd, in den vorigen toestand moet
worden feruggebracht, zullende anders Burgemeester
en Wethouders het recht hebben dit voor zijne reke-
ning te laten doen
7e. dat. indien de gemeente inzake van het ge-
huurde in de grondbelasting mocht worden aangesla-
gen, het bedrag van den aanslag door den huurder
op de eerste aanmaning ten kantore van den ge-
rneente ontvanger voornoemd moet worden gestort
8e. dat na gedane opzegging der huur de huurder
deswege geen recht op schadevergoeding zal kunnen
doen gelden, doch alleen terugbetaling zal kunnen
vorderen van de in evenredigheid met het nog ove-
rige gedeelte van het loopende jaar, te veel betaalde
huurpenningen
9e. dat de kosten, op de te sluiten overeenkomst
vallende, ten laste van den huurder komen.
Gedaan ter openbare vergadering van den 6 Oc-
tober 1915.
De Voorzitter.
De Secretaris,