6 October 1915.
4
De Voorzitter vreest hiervoor niet wegens den
afstand indien bij alle doode punten van slooten
duikers moesten gemaakt worden, zouden er heel wat
noodig zijn hij is echter bereid de opmerking nader
aan het oordeel van de ingenieurs te onderwerpen.
De heer Honig heeft de begrooting nagezien en
meent, dat het werk voor belangrijk lager zal klaar
gemaakt worden, dan de raming van de Ingenieurs.
Wat het tarief van de Ingenieurs betreft, dit vindt
spreker wel wat hoog hij meent dat 5 pCt van de
aanneemsom wel voldoende is, welk percentage, naar
hij zich herinnert, ook gegeven is bij den bouw van
het Raadhuis Ook meent hij, dat de reis- en verblijf-
kosten niet in rekening behooren te worden gebracht
daar het voor de gemeente niet uit mag maken waar
de Ingenieurs wonen.
Het salaris, dat voor een opzichter is berekend op
f 150per maand, vindt spreker wel kras naar zijne
meening zijn voor minder tractement ook goede op-
zichters te krijgen. Hij hoopt, dat met zijn opmerkingen
rekening zal worden gehouden.
De Voorzitter zegt, dat de Ingenieurs aangeven het
honorarium naar de tabellen, vastgesteld door de
Vereeniging van Delftsche Ingenieurs er is echter
nu berekend met afwijking 5 pCt. van een vast bedrag
f H9 000.en niet naar de aanneemsom.
Spreker geeft toe, dat het geen verschil in kosten
mag maken. of de ingenieurs al dan niet in de ge-
meente wonen.
Spreker zegt toe, omtrent de opmerkingen van den
heer Honig nader te overleggen met de ingenieurs
en daarmede rekening te zullen houden.
De heer Honig zegt, dat bij den bouw van het
Raadhuis een half procent minder werd gerekend,
doordat er een rubriek werd uitgenomen en dat toen,
met mederekening van het honorarium van den toen-
maligen gemeente-opzichter, den heer Etmans, het
percentage op 5| pCt. kwam, waarbij bleek, dat beiden
gedekt waren.
Spreker zegt, dat hij is tegen het opvoeren van de
kosten, en komt sterk op tegen het betalen van reis-
en verblijfkosten hij twijfelt niet, of deze zaak zal
wel tot een goed einde komen.
De Voorzitter zegt toe, zijn best te zullen doen.