6 October 1915.
8
De heer Van der Plas deelt mede, dat hij de voor-
waarden heeft ingezien; hij meent dat het geheel over-
bodig is, langs de taluds zinkstukken te maken; voor
oeververdediging is gewoon rijsbeslag voldoende, om-
dat er geen stroom en geen golfslag aanwezig is.
De heer Van Meeuwen zegt, dat wanneer er veel
loopzand aanwezig is, het aan te bevelen is voor
goede oeververdediging te zorgen; het hangt geheel
van den toestand af.
De heer Van der Plas merkt op, dat de schepen er
met kleine vaart door heen gaan en stoombooten met
weinig snelheid; zand zal door zinkstukken niet be-
schermd worden.
De Voorzitter zegt, dat hij het onder de aandacht
van de ingenieurs zal brengen.
De heer Van der Plas deelt mede. dat de opmer-
king door hem wordt gemaakt om kosten te be-
sparen.
De Voorzitter zegt, dat de Raad over de uitvoering
zeggenschap heeft, en vermoedt dat het de bedoeling
is van den heer Van der Plas, dat hierover nader
overleg gepleegd zal worden, waarmede de heer Van
der Plas het eens is
De heer Tromp vraagt, of met de artikelen 1638 c
en 1638 d van het Burgerlijk Wetboek in het bestek
is rekening gehouden
De Voorzitter meent, dat dit volgt uit de algemee-
ne voorschriften. Spreker zegt, dat het zal worden
nagegaan en als het blijkt, dat deze bepalingen niet
uit de algemeene voorschriften voortvloeien, dan zul-
len ze worden opgenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het
kanaalplan vastgesteld.
IV. IV. Vaststelling voorwaarden verpachting bloem-
Verhuu- bollen- en tuingronden, behoorende tot het Kanaalplan
bloembol- met voorstel tot verhuring.
Ue verpachtings-voorwaarden luiden als volgt
len en tmn- e
gronden
hphnnrpnHe Voorwaarden waaronder door Burgemeester en
Wethouders van Heemstedeenz.
tot het
Kanaalplan.
De heer Van Meeuwen zegt, dat in verband met
het bepaalde over het onderhoud der hagen in art. 8