VERORDENING op de invordering
tler belasting op openbare ver-
makelijkhetlen te HEEMSTEDE.
17 November 1915.
bruto opbrenst ten volle bestemd is voor een
weldadig doel;
2° wegens de entrées tot tentoonstellingen, voor zoover
die entrées geen toegang geven tot eenige andere
aan de tentoonstelling verbonden vermakelijkheid,
tenzij de tentoonstelling zelve gewinshalve ge-
houden wordt;
3" wegens voordrachten, welke een uitsluitend gods-
dienstig, wetenschappelijk, sociaal of politiek
karakter dragen, onverschillig of die voordrachten
al dan niet worden toegelicht door lichtbeelden;
4" wegens wedstrijden, gegeven door vereenigingen,
voor zoover het entreegeld voor niet-Ieden
der vereeniging niet meer dan 10 cents per per-
soon bedraagt.
II. Vast te stellen de volgende:
Art. 1
De invordering der belasting op de openbare ver-
makelijkheden geschiedt door den Oemeenteontvanger,
overeenkomstig de artt. 258 tot en met 262 der Ge-
meentewet.
Art. 2
Ieder die voornemens is openbare vermakelijkheden
te geven, moet van dit voornemen met overlegging
van de door de bevoegde macht verleende vergun-
ning, vooraf schriftelijk kennis geven ter Gemeente-
secretarie. Deze kennisgeving moet bevatten een aan-
duiding van de plaats waar en van den tijd waarop
de openbare vermakelijkheid zal worden gegeven, en
van alle bijzonderheden welker wetenschap voor de
toepassing dezer belasting noodig is.
Van de inlevering der kennisgeving wordt een be-
wijs van ontvangst afgegeven.