17 November 1915. wordt, hetgeen blijkt te veel te zijn betaald, terug- gegeven. ART. 6 De ondernemers bedoeld in art. 3, 2° der verorde- ning op de heffing moeten het verschuldigde voldoen, voordat de openbare vermakelijkheid plaats heeft. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, indien de belastingschuldige het verlangt, een aanslag voor lan- ger dan een dag, doch uiterlijk voor eene maand te regelen; de aanslag moet alsdan betaald worden vöör den aanvang van den termijn waarover de aanslag loopt. Art. 7 Bij geschil omtrent de toepassing van art. 5 en om- trent de oppervlakte der lokalen beslist de Gemeente- ontvanger en wordt de belasting overeenkomstig diens beslissing berekend, behoudens beroep van den be- lastingschuldige op Burgemeester en Wethouders. Art. 8 De ambtenaren belast met de heffing en het toezicht op de invordering dezer belasting hebben steeds vrijen toegang tot al de belastbare openbare vermakelijkheden. Zij hebben voorts de bevoegdheid, waar toegangs- bewijzen worden gevorderd, vertooning van die toe- gangsbewijzen te vorderen. Art. 9 De ondernemer, op wiens naam of voor wiens rekening eene openbare vermakelijkheid wordt gegeven, wordt volgens art. 271 en volgende der Gemeentewet, gestraft, indien hij: 1° daarvan de aangifte bedoeld in art. 2 dezer ver- ordening niet heeft gedaan 2° heeft afgegeven of doen afgeven toegangsbewijzen, die niet van gemeentewege zijn verstrekt of ge- stempeld of in strijd met art. 3 niet de aanwijzing bevatten van het werkelijk daarvoor verschuldigd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1915 | | pagina 38