November 1915. Om dit te kunnen doen, achten wij het noodzakelijk dat de gemeente eigenares wordt van den weg en wat daarbij behoort. Is het in het algemeen reeds onjuist, dat publieke wegen niet in eigendom behoo- ren aan een publiek-rechtelijk Iichaam, nog meer is dit het geval, wanneer de gemeente zich rhet aanleg en onderhoud daarvan gaat belasten. Het is ons thans gelukt de beschikking te krijgen over voldoende breedte om een behoorlijken weg aan te leggen. De gronden die benoodigd zijn en welke zijn ge- noemd in het hierbijgaande ontwerp-besluit zijn A. een strook van Manpadshoek eigenaar de heer P. M. J. Eldering, liggende langs de Noordzijde van de Manpadslaan bij den Heerenweg. B. de laan zelf met eenige strooken, thans beplant met hakhout, waarvan voor het gedeelte tusschen Heerenweg en Leidschevaart bloote eigenares is de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Heemstede en erfpachtster tot 1927 de Maatschappij Woestduin" terwijl diezelfde Maatschappij eigenaresse is van de laan tusschen Leidschen Vaartweg en de grens met de gemeente BloemendaaL Wat de voorwaarden betreft mogen wij opmerken, dat ons die billijk voorkomen De heer Eldering vraagt geen koopsom de gemeente moet, en dat spreekt eigenlijk van zelf, voor de verplaatsing der afscheiding zorgen waarvan de kosten op plm. f 50 - worden geschat, terwijl de erfdienstbaarheid van uitweg naar en van den Heerenweg voor de gemeente geenszins bezwaarlijk kan genoemd worden. De koopsom van f 800te betalen aan de Ned. Herv. Gemeente zou hoog schijnen, wanneer het hier alleen betrof een weg en niet meer, maar ten eerste ontvangt die gemeente thans jaarlijks een erfpachts- canon van f 20— en ten tweede zou zij in 1927 de vrije beschikking erlangen ook over de Noordelijke bermen, die waarde hebben voor de eigenaars der aangelegen gronden, en waarbij zich bevindt een breedere strook ter grootte van plm. 1200 M2, die ge- deeltelijk voor bouwterrein zou bestemd kunnen worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1915 | | pagina 42