29 December 1915.
11
Hel ontwerp-besluit luidt als volgt
Bedrijtsverordening reinigingsdienst.
De Voorzitter herinnert, dat hierover is gesproken
bij de behandeling van de gemeente-begrooting voor
1916.
Bij de gehouden aanbesteding is alleen ingeschre-
ven door den tegenwoordigen aannemer R. de Jong
voor een som van f 4420.
Bij de behandeling der gemeente-begrooting voor
1916 nu is gezegd, dat wanneer de aanneemsom te
hoog mocht zijn, de gemeente den dienst in eigen
exploitatie zou nemen. Daar de aanneemsom te hoog
is, zal één jaar proef met eigen exploitatie worden
genomen.
De Voorzitter vraagt of een der heeren het woord
over de verordening verlangt.
De heer Waller leest de tweede zinsnede van art.
1 voor en vraagt wat daar de bedoeling van is.
De Voorzitter zegt, dat nu de reiniging gemeente-
dienst wordt, de karren, wagens enz aan den dienst
worden afgestaan, zooals aan het gasbedrijf het terrein.
De dienst wordt echter voor dat gebruik niet gede-
biteerd, er wordt begonnen met eene eenvoudige
boekhouding.
Burgemeester en Wethouders meenen, dat, om eene
vergelijking te krijgen de ontvangsten en uitgaven
moeten blijken. juist alsof het aangenomen was onder
de vroegere voorwaarden. De aannemer heeft de
stallen, karren enz. ook in gebruik gehad.
De paarden enz. zullen daarom in uitgaaf gebracht
worden, terwijl de ontvangsten bestaan in den ver-
koop van mest, vodden en dergelijken.
De heer Honig vraagt, of het de bedoeling is, dat
reparatiën enz. geschieden buiten de exploitatie om,
spreker heeft de begrooting niet gezien.
De Voorzitter antwoordt, dat die juist als tot nu
toe op de gemeenterekening komen.
In de 2de zinsnede van art. 5 zou de heer Waller
achter een bedrag van f 50 te boven gaan" willen
inlasschen voor zoover dit de uitgaven betreft en
aan het slot van die alinea eventueele aanbiedingen