29 December 1915.
12
van verkoop moeten door hem aan Burgemeester en
Wethouders worden overgelegd Spreker heeft ge-
hoord, dat in andere gemeenten hiermede nogal eens
knoeierijen hebben plaats gehad.
De Voorzitter zegt, dat de opzichter over verkoop
toch wel zou geraadpleegd hebben.
De heer Van Houten zou alleen den Burgemeester
wilien zien aangewezen.
De Voorzitter betoogt, dat dit tegen de wet is.
De heer Van Houten zegt, dat het kan gebeuren,
dat het hoofd van het bedrijf aanbiedingen krijgt als
er pas vergadering is geweest, en dan misschien te
lang zou moeten gewacht worden.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wefhou-
ders verschillende gevallen wel vooraf kunnen nagaan,
voor vodden of beer van eenig belang kan eene in-
schrijving worden gehouden in een geval, dat niet
gewacht kan worden, zijn de Wethouders spoedig te
bereiken.
De heer Peeperkorn neemt het geval, dat een schip
door het Spaarne vaart en nog wat kan Iaden en de
schipper dan een koopje wil koopen om af te laden.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethou-
ders den prijs per M3 te voren kunnen vaststellen
De heer Peeperkorn bedoelt vooral plotselinge
gevallen.
De Voorzitter zegt, dat aanwijzing van den Bur-
gemeester tegen den geest van de Gemeentewet is,
en dat het meer wettig is als het aan het Dagelijksch
Bestuur wordt opgedragen.
Spreker gelooft r.iet dat zich in de praktijk bezwa-
ren zullen voordoen en, wanneer die zich voordoen
kunnen nadere voorstellen worden ingediend.
De heer Honig vraagt, of er geen huishoudelijk
reglement moet bestaan en of de opzichter geen
instructie van Burgemeester en Wethouders krijgt.
De Voorzitter antwoordt, dat het een proefjaar is
om te zien hoe alles loopt.
Wanneer de gevolgen goed zijn zoodat er altijd
mee doorgegaan zal worden, moet een verordening in
optima forma worden vastgesteld.
Aan art. 10 zou de heer Waller willen zien toege-
voegd De voorman is verantwoordelijk voor den
goeden gang van zaken van het bedrijf, voorzoover
dit den gewonen dienst betreft.