29 December 1915.
22
In de eerste maanden van het jaar werd door het
Steuncomité op loffelijke wijze aan velen werk verschaft
met subsidie der gemeente, waardoor belangrijke
verbeteringen, vooral in en om Groenendaal zijn tot
stand gebracht. Een mooie verharde rijweg gaat nu
van den verbreeden Van Merlenweg door Groenendaal
naar den Glipperweg, terwijl de gulle voetpaden
aldaar aangenaam beloopbaar zijn geworden.
Als ik er ten slotte nog aan heb herinnerd, dat
ook de bemoeiingen met de Belgische vluchtelmgen
in de eerste maander. des jaars de aandacht bezig
hielden van het Gemeentebestuur, daarin krachtig
bijgestaan door het plaatselijk Comité, dan heb ik in
groote trekken ongeveer het voornaamste genoemd
van de beslommeringen, waartoe de Europeesche
oorlog aanleiding gaf.
Ik vergeet echter niet daarbij te denken asn hen
die ter handhaving van onze neutraliteit aan hun
huisgezin zijn onttrokken, en d;e voorzeker recht
hebben op de groote dankbaarheid der Natie voor de
offers, die zij zich moeten getroosten. Dat zulks nog
steeds noodzakelijk is, moeten wij, vertrouwende op
het wijs beleid van onze Regeering, met berusting
aanvaarden, hoe verlangend we ook zijn, dat ook
onze Heemsteedsche mannen spoedig naar hunne
haardsteden en hun werk mogen terugkeeren.
De vergadering applaudisseert.
De Voorzitter vervolgt
Ons verlangen gaat bij al deze omstandigheden uit
naar den terugkeer van een normalen gang van zaken.
Want hoe prijzenswaardig, bij gebleken noodzake-
lijkheid, het ingrijpen der Regeering in de economische
toestanden is, het blijkt toch wel hoe langer hoe meer
dat de practische ongeschreven wetten der economie
van handel en welvaart, zich niet door kunstmatige
middelen op zijde laten zetten, zonder dat zulks
groote stoornis op allerlei gebied veroorzaakt.
De practijk heeft wel bevvezen, dat met hoeveel
kunde allerlei maatregelen worden beraamd en met
hoeveel toewijding die ook worden uitgevoerd, Staats-
zorg niet zöö kan voorzien in de behoeften van de
burgers als dit, men zou haast zeggen van zelf.
geschiedt, wanneer het wereldverkeer zijn gewonen
gang kan gaan.
Meent nu niet, Mijne Heeren. dat ik een klaagtoon
aanhef, omdat er z'ooveel op de schouders wordt
gelegd van de gemeentebesturen Ik denk hierbij aan
de woorden, mij eens toegevoegd door een hoog
geplaatst ambtenaar in den Haag, dien ik ging spreken
over een gemeentebelang, en dien ik bij wijze van
inleiding van het gesprek mijne verontschuldigingen
aanbood, dat ik hem kwam storen, en die toen tot
mij zeide Daar ben ik voor gehuurd