29 December 1915.
4
Wyziging der gasverordening.
Aan den Raad enz*
De heer Tromp zegt te leur te zijn gesteld döor
het praeadviee van Burgemeester en Wethouders en
ziet het bezwaar niet zoo ernstig in. Spreker begrijpt
niet, dat Burgemeester en Wethouders onoverkome-
lijk bezwaar hebben om zijn voorstel uit te voeren.
De Voorzitter zegt. dat zooals men uit het stuk van
Burgemeester en Wethouders gezien heeft, het doel
is de kosten voor het aanschaffen van murtmeters te
voorkomen. Door tijdelijke ontheffing van den gewo-
nen meter verkrijgen de menschen als voordeel alleen
het bedrag der huur van den gewonen meter en dit
voordeel is zeer gering, wijl de prijzen voor meters
van 10 tot 20 lichten voor de middenstanders f 0,40
f 0,50 per maand bedragen. wat geen bedrag van
vee! belang is.
Verder deelt spreker mede. dat de moeilijkheid van
maandelijksche betaling woröt opgelost. doordat de
Directeur bereid is om in 4 geiijke termijnen te be-
schikken over het wegens gasverbruik verschuldigde
bedrag spreker meent, dat Burgemeester en Wet-
houders dus zoover gegaan zijn als zij konden.
Bovendien zou het naderhand moeilijk zijn, om tot
den normalen toestand terug te keeren.
De heer Tromp kan zich voorstellen, dat het siraks
moeilijkheden oplevert. Hij geeft toe, dat iiet voordee!
niet groot is en door de gemakkelijke wijze van be-
taling in vier termijnen het bezwaar eenigszins is
ondervangen, maar de druk is groot, zoodat spreker
van harte zou hebben toegejuicht aanneming van zijn
voorstel.
De Voorzitter merkt op, dat het plaatsen van munt-
meters groote kosten met zich medebrengt en het is
de vraag, of men al die muntmeters later weer kan
plaatsen.
De heer Tromp meenf, dat, daar de gasfabriek zich
steeds uitbreidt, die meters wel weer geplaatst zullen
worden.
De Voorzitter zegt, dat te Haarlem, naar hij heeft
geïnformeerd, bij slechte betalers de muntmeters bij
wijze van straf worden geplaatst, omdat daar de prijs
van gas over een muntmeter hooger is hier is het
echter nu geen straf meer.